dinsdag 5 februari 2013

Piet Pensioen

Het was weekend. Om 7 uur ’s morgens weerklonk de wekker in de kamer van Piet Pensioen. Hij schoot wakker, rekte zich heel even uit en trok zijn pantoffels aan. Slapen was tijdverlies. De dag was nog jong. Er was zoveel te doen, want het was weekend.
Hij haastte zich naar de ontbijttafel die hij de avond voordien al gedekt had. Hoefde hij dat ’s morgens niet te doen, weer wat kostbare tijd gespaard.
Hij schrokte zijn boterhammen naar binnen en slikte de koffie door. Dit zat er ook weer op, dacht hij bij zichzelf. Hij nam een douche, zo vlug mogelijk zodat hij amper wat warm water moest gebruiken. De energieprijzen stijgen namelijk constant. Hij deed zijn kledij aan en keek fier in de spiegel. Dit was al het derde jaar op rij dat zijn outfit het uithield. Weer kosten gespaard. Hij trippelde naar de kalender in zijn keuken en bekeek zijn to-do-lijst. Zaterdag: boodschappen!

Piet reed zijn autootje uit de garage. Hij stapte uit en inspecteerde zijn rijtuig. Hij kreeg bijna een hartaanval toen hij een vogeldrolletje opmerkte ter hoogte van de linkerzijruit. Hij wist al dat hij zijn planning voor die namiddag zou moeten aanpassen. Van 2 tot 3 uur zou het de wagen wassen worden. De vogelkooi uitkuisen zou een uurtje verzet moeten worden. Daarmee moest de dagelijkse wandeltocht naar de kerk een half uurtje verlaat worden. Het zou nipt worden om nog op tijd en stond thuis te zijn voor “Familie”. Hij probeerde niet te stressen.

Hij schoot de baan op richting supermarkt. Na 1 kilometer begon het al: file. De werkmensen toch. Altijd weer hetzelfde. Elk weekend opnieuw moesten ze massaal de baan op. Om hun kinderen naar 1001 sportclubs te brengen. En vandaar naar de tekenclubs, chiro’s, scouts, … Een jungle was het.
En dan moesten ze ook nog perse inkopen doen. Op zaterdag in godsnaam, de dag dat uitgerekend hij, Piet Pensioen, zijn wekelijkse inkopen had gepland. Dat was al decennia zo, en dat zou zo blijven. Hij liet zich niet doen in het verkeer. Hij propte zijn rijtuig met vijfletterplak overal tussen. De toeters en klaxons deerden hem niet. Het was zaterdag en hij moest inkopen doen. Al ging zijn leven ervan af.

Hij parkeerde zijn wagen perfect tussen twee parkeervakken. Zo was er geen plaats meer voor anderen, en kon hij alvast wat rustiger winkelen. Aan de winkelkarretjestand stond één of andere werkmens voor hem. Die zocht wat kleingeld in zijn portemonnee. Dat duurde lang. Te lang voor Piet Pensioen wiens tijd o zo duur was. Hij wriemelde zich langs de werkmens en duwde zijn muntstuk van 1 euro in de gleuf. Dat zat standaard klaar in zijn linkerbovenzak. Hoefde hij het geen uren te zoeken, net als die werkmens die voor hem stond in de rij. Hij maakte vaart toen hij de supermarkt betrad.
Hij kende de rekken van buiten. Hij wist elk artikel staan, net als de gratis hapjes. Hij probeerde zijn persoonlijke recordtijd te verbreken. Dat was een wekelijks ritueel. Hij duwde de timer op zijn horloge in en begon aan de boodschappen.
Aan de drankrekken ging het vlot. Er was weinig volk en zoveel drank hoefde hij niet. Dat was allemaal wat aan de dure kant. Bij de koeken en het snoep begon het al te stroppen. Daar waren de zenuwen opnieuw. Telkens hij een pak koeken in zijn kar wilde leggen, was een ander hem voor. Die werkmensen toch. Waarom moesten zij iedereen voor de voeten lopen tijdens het weekend?
Aan de slagerij werd het hem helemaal teveel. Hij wilde het wildgebraad proeven, maar 10 anderen had net dezelfde intensie. Met wat inspanning slaagde hij er toch in om als eerste te kunnen proeven. Het was lekker, en vooral gratis. Hij was trots dat hij toch als eerste aan de beurt was. Gevolg van weken, zelfs jarenlange oefening.
Ook in het koelvak kende hij vertraging. Die werkmensen sneden hem maar de pas af. Hij keek op zijn horloge en werd ongeduldig. 10 seconden boven zijn gemiddelde. Dit werd moeilijk. Bij de groenten en fruit deed hij een inhaalbeweging. Met wat duw- en trekwerk kon hij toch 5 seconden afpingelen van zijn tijd. Enkele collega-winkelaars hadden wellicht blauwe plekken over gehouden aan zijn inspanning, maar dat kon hem niet schelen. Het was zijn uur van de week om te winkelen, al decennia lang.
Het angstzweet brak hem uit toen hij de kassa naderde. Hij probeerde tevergeefs voor te steken, maar die werkmensen gunden hem echt niks. Hij mopperde toen hij net als iedereen moest aanschuiven. Toen hij uiteindelijk betaalde en naar buiten rolde met zijn halfvolle kar, duwde hij de timer af, 30 seconden boven zijn gemiddelde. Weer pech. Hij hoopte vurig dat de werkende mensen eens beseften dat ze hun boodschappen maar beter tijdens de werkweek konden doen. Kon hij in het weekend zijn gang gaan.

Hij duwde alles in zijn koffer en vlamde zonder kijken de parking af. Hij lette niet op het getoeter. Het was zijn uur om inkopen te doen, en dat zou voor altijd zo blijven. Iedereen moest zich maar aanpassen. Hij haastte zich naar huis, want hij had nog een druk schema te volgen. Het was per slot van rekening weekend.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten