Het was 0.00
u. op zondag avond. Een uur waarop het grootste deel van de bevolking meestal
slaapt. Carry niet. Voor Carry Comité was slapen een noodzakelijk kwaad. Een
verspilling van de tijd. Tijd was kostbaar. Elke minuut, elke seconde was een
gemiste kans. Een gemiste kans op roem, faam, macht, complimentjes, glitter,
glamour.
Hij zat aan
zijn computer. Zijn mailbox vulde zijn supergrote scherm. Hij begon te zuchten.
Hij leunde achterover in zijn troon van een bureaustoel. Hij nipte van zijn
dure wijn en strekte de vingers. Dan viel hij het klavier aan. Hij sloeg de
toetsen met de snelheid van het licht. Hij
was boos, en dat moesten de collega’s van zijn comité geweten hebben.
Hij typte in
een razende vaart woorden als “nietsnutten”, “schaamtelozen”, "incompetente
klootzakken”, “gedemotiveerde sukkels”, “uitgebluste zakken”. Tegelijk volgden
zinnen als “ik zet mij 200% in om”, “we moeten als comité vooruit …en daarom
wil ik ...”, “ik zet mijn schouders onder dit project omdat ik geloof …”, “ik wil enkel en alleen het beste …”.
Met een
grijns duwde hij op "verzenden". Dan startte hij een nieuwe mail en ging op
hetzelfde elan verder. Tot 3 uur ’s nachts.
Hij zakte
onderuit in zijn troon. Hij goot het bodempje van zijn dure fles wijn leeg in
zijn glas. Hij hielt het glas in het licht van zijn bureaulamp en walste de
wijn. Hij goot het goedje in zijn keel.
Dit was een
toost op zichzelf, zijn geniale zelf. Hij bekeek zijn verzonden mails, en las
ze nog eens één voor één. Hij was tevreden.
Zijn collega’s
van het comité zouden het geweten hebben. Ze zouden bang voor hem zijn. Bang,
maar tegelijk zouden ze onnoemelijk veel ontzag voor hem hebben. Ontzag en
bewondering. Bewondering voor zijn kunnen, bewondering voor zijn inzet,
bewondering voor zijn zovele talenten en vooral bewondering omdat hij zelfs ’s
zondags zeer laat nog met het comité bezig was. Ze zouden het nooit geloven.
Hij zou nog stijgen in hun achting. Hij voelde zich koning te rijk. Binnenkort
was hij voorzitter. Hij voelde het gewoon. Hij keek al uit naar de antwoorden
op zijn mails. Hij keek al uit naar het lof dat hem digitaal zouden worden
toegestuurd.
Uiteindelijk
sloot hij zijn computer af en ging hij slapen. Straks volgden de antwoorden. En
het lof, en de complimenten, schouderklopjes, ….
De dag
nadien openden de leden van het comité hun mailbox. Een explosie aan mails van
Carry. Ze selecteerden ze allemaal en plaatsen ze zonder omwegen in de
prullenmand. Zonder omwegen en zonder te lezen.
Weer mails
van die klier van een Carry Comité. Het kon niemand maar iets schelen.