dinsdag 7 mei 2013

Kareltje


Ik herinner me Kareltje nog
Hij woonde niet ver en we speelden soms samen
We groeiden samen op, hij was groter dan mij

Alles leek hem voor de wind te gaan
De zon scheen steeds op zijn blonde haren
Hij had een perfect gebit
Hij glimlachte bijna altijd

Ook in het spel had Kareltje het geluk aan zijn zij
In het tennis waren al zijn ballen nipt binnen
De mijne belandden net buiten
Met voetbal trof hij steeds de netten, ik trof de paal
Tijdens verstoppertje had Kareltje de beste plaats
En bij tikkertje liep hij steeds het hardst

Op school had hij de beste punten van de klas
Elke keer opnieuw was hij de primus van ons allen
Bij kattenkwaad werd iedereen wel eens betrapt
Behalve Kareltje, die bleef buiten schot

Kareltje had altijd de zeldzaamste flippo’s bij zijn chips
Wij hadden de afdankertjes die niemand wou
Bij elke kleurwedstrijd won Kareltje wel een prijs
En stonden wij met lege handen te gapen

Alle meisjes wuifden naar Kareltje
En wij liepen er voor spek en bonen bij
Op het schoolbal had hij een date aan elke vinger
En wij moesten maar dansen met de kapstok

Kareltje werd directeur van een belangrijk bedrijf
Een mooi pak, een grote villa en een blitse auto
Waarmee hij me steeds weer voorbij rijdt
Als ik met de fiets naar mijn werk trek

Zelfs op oudere leeftijd zal Kareltje er perfect uitzien
Blinkende tanden, satijnen pantoffels
In blakende gezondheid en de lieveling van het bejaardentehuis

En na al die jaren is Kareltje me nog steeds een stapje voor
Want ik zit hier over die kerel te schrijven
Terwijl hij waarschijnlijk al lang niet meer weet wie ik ben

woensdag 1 mei 2013

Mijn niet-ambitieuze ambitie


(naar Charles Bukowski - My non-ambitious ambition uit You get so alone at times it just makes sense)

Mijn vader had van die kleine spreuken die hij meestal deelde tijdens maaltijden
Voedsel deed hem denken aan overleven
“morgenstond heeft goud in de mond”
“de vroege vogel vangt de worm”
“vroeg uit de veren en presteren!”
“wie zaait, die zal oogsten”
“Al wie het wil maken in Amerika, kan dat ook!”

Ik had totaal geen idee tegen wie hij steeds sprak
En persoonlijk vond ik hem een gek en een idiote bruut
Maar mijn moeder wees me steeds terecht
“Henry, luister naar je vader!”

Op die leeftijd had ik helaas niet veel keuze
Maar niet alleen het eten verteerde samen met zijn spreuken
Ook mijn eetlust verdween als sneeuw voor de zon

Ik raakte ervan overtuigd dat geen enkele persoon ter wereld zo op mijn geluk kon wegen als mijn vader
En blijkbaar had ik hetzelfde effect op hem

“Je bent een luilak”, zei hij, “en je zult altijd een luilak blijven”.

En ik dacht bij mezelf: als een luilak het omgekeerde is van wat deze klootzak is, dan neem ik mij voor om een grote luilak te worden

En het is zo jammer dat hij al zo lang dood is,
Want nu kan hij helaas niet zien
Hoe prachtig ik in mijn opzet ben geslaagd