Ik herinner
me Kareltje nog
Hij woonde
niet ver en we speelden soms samen
We groeiden
samen op, hij was groter dan mij
Alles leek
hem voor de wind te gaan
De zon
scheen steeds op zijn blonde haren
Hij had een
perfect gebit
Hij
glimlachte bijna altijd
Ook in het
spel had Kareltje het geluk aan zijn zij
In het
tennis waren al zijn ballen nipt binnen
De mijne
belandden net buiten
Met voetbal
trof hij steeds de netten, ik trof de paal
Tijdens
verstoppertje had Kareltje de beste plaats
En bij tikkertje
liep hij steeds het hardst
Op school
had hij de beste punten van de klas
Elke keer
opnieuw was hij de primus van ons allen
Bij
kattenkwaad werd iedereen wel eens betrapt
Behalve
Kareltje, die bleef buiten schot
Kareltje had
altijd de zeldzaamste flippo’s bij zijn chips
Wij hadden de
afdankertjes die niemand wou
Bij elke
kleurwedstrijd won Kareltje wel een prijs
En stonden
wij met lege handen te gapen
Alle meisjes
wuifden naar Kareltje
En wij liepen
er voor spek en bonen bij
Op het
schoolbal had hij een date aan elke vinger
En wij
moesten maar dansen met de kapstok
Kareltje
werd directeur van een belangrijk bedrijf
Een mooi
pak, een grote villa en een blitse auto
Waarmee hij
me steeds weer voorbij rijdt
Als ik met
de fiets naar mijn werk trek
Zelfs op
oudere leeftijd zal Kareltje er perfect uitzien
Blinkende
tanden, satijnen pantoffels
In blakende
gezondheid en de lieveling van het bejaardentehuis
En na al die
jaren is Kareltje me nog steeds een stapje voor
Want ik zit
hier over die kerel te schrijven
Terwijl hij
waarschijnlijk al lang niet meer weet wie ik ben